Pers bericht:
Op de mountainbike door Marokko. In zes etappes. In totaal 666 kilometer
afzien én genieten. Door onherbergzame gebieden. Over messcherpe stenen in het
Atlasgebergte. Ploegend door het mulle zand van de Sahara. Bij temperaturen van
ruim boven de 30 graden. Met start in Ouarzazate en finish in Merzouga.
Apeldoorner Henri Ververs (58) daagt zichzelf binnenkort voor het tweede jaar
in successie uit.
Met de
krachtproef waaraan hij zich blootstelt vraagt Ververs eveneens aandacht voor
de strijd tegen ALS, de spier- en zenuwziekte waaraan zijn moeder in 2006
overleed. Behalve als sportieve uitdaging ziet hij het volbrengen van de tocht
als een moment van reflectie. Evenals vorig jaar koppelt hij zijn deelname aan
de Roc de Maroc opnieuw aan het goede doel: ‘Stop ALS’. Donaties kunnen worden
gedaan via https://www.alsacties.nl/actie/henri-ververs-4. Wie zijn
tocht door Marokko wil volgen, kan de verrichtingen van Henri Ververs
tussen 13 en 20 oktober volgen op de blog http://henriopcamino2018.blogspot.com/, op de
Facebookpagina ‘Henri op Camino’ en Instagram
(henriopcamino) en via www.sport055.nl.
Optimaal geëquipeerd en geprepareerd stapt de avontuurlijke Apeldoornse
mountainbiker op zaterdag 13 oktober in Brussel op het vliegtuig naar
Noord-Afrika. Zijn fiets heeft hij donderdag al naar België gebracht. “Gewoon
een standaard fiets. Met diezelfde fiets heb ik ook vorig jaar de Roc du Maroc
gereden. Ik ben er ook al twee keer mee op Camino naar Santiago de Compostella
geweest. Er zitten wel nieuwe wielen en remblokken op. Door het ruige terrein
fiets ik met sterkere banden dan normaal. Er gaat ook een hele vracht aan
reserve-onderdelen mee”, gaat Ververs niet over één nacht ijs op weg naar
Marokko.
“Je moet de Roc du Maroc zien als een prestatietocht zonder
wedstrijdelement. Ik kan ‘m op mijn eigen niveau rijden. Het enige wat je er
aan overhoudt: eeuwige roem. Vorig jaar waren er 165 deelnemers, dit jaar 150.
Het uitvalpercentage was relatief laag. Bij mezelf ging het vorig jaar na zeventien
kilometer al bijna mis. Bij een val kwam ik met knie op een steen terecht. De
wond is later gehecht bij het zwembad. Ontsmetten en klaar. De volgende dag
stond ik met een bult sporttape aan de start. Ik heb er geen last meer van
gehad”, verbeet de gehavende fietser de pijn om zijn weg te vervolgen.
Alle onvergetelijke indrukken die hij onderweg opdeed maakten het alle
ontberingen meer dan waard. “Het is zó ontzettend mooi. Zó ruig. Fantastisch.
We kwamen door dorpjes heen. Langs lemen hutten. Maar wél allemaal met een
schotelantenne. Of je komt in the middle of nowhere nomaden tegen. Met ezels en
hun hele hebben en houwen. Één van de etappes liep dwars door een canyon.
Moesten we zelfs stukken door het water.”
Ververs doorstond de strijd tegen de elementen met verve. “De temperatuur
was soms wel 35 graden. Desondanks viel er prima te fietsen. Je moet onderweg
wel ontzettend veel drinken. Om uitdroging tegen te gaan dronk ik wel zeven
liter water. Ook nam ik ORS en sportdrank mee. De langste etappe is 151
kilometer. Je zit dan echt de hele dag op de fiets. ’s Ochtends om half acht ga
je van start. Moest je eerst in het donker je spullen bij elkaar zoeken. Op de
aankomstplaatsen was een bivak. Met 150 tentjes bij elkaar midden in de
woestijn. Met provisorische douches, maar met prima catering. De crème brûlee
werd met gasbrandertjes op temperatuur gebracht. Na de briefing lag iedereen om
half 10 in zijn tent. Je bent bekaf na alle inspanningen, valt meteen in
slaap.”
De 58-jarige Apeldoorner raakte op geen enkele manier de weg kwijt. “Omdat
je op je GPS rijdt, kun je eigenlijk nauwelijks verdwalen. Al is het soms wel
moeilijk om op de juiste koers te blijven rijden. Op één van de dagen had ik
mijn GPS in mijn tas laten zitten. De bagage was al ingeladen in de vrachtwagen
die de spullen naar het eind van die etappe bracht. Die dag ben ik daarom maar
achter iemand anders aan gereden.”
De omschakeling van de Veluwse bossen naar de Sahara verliep nagenoeg
probleemloos. “Zo’n woestijn is toch anders dan je denkt. Je fietst op
eindeloze vlaktes. Het is ontzettend weids. Je kan soms wel 40 kilometer voor
je uitkijken. Hoe donkerder het zand. Hoe beter je er kunt fietsen. Dat leer je
gauw genoeg. Met het losse zand viel het op zich nog wel mee. Alleen op het
laatste stuk was het erg mul. Je moet dan de banden leeg laten lopen om vooruit
te komen, maar er valt bijna niet te fietsen. Dat was wel heel erg lastig.”
Aan de once in a lifetime-belevenis van 2017 voegt Ververs een tweede
hoofdstuk toe. “Nadat ik ‘m vorig jaar gedaan had, zei ik: dit doe ik nooit
meer. Maar ik heb er zo van genoten dat ik het nog een keer wil meemaken. Ik
heb voor mezelf de indruk dat ik nog niet klaar ben. Ik heb het idee dat ik nog
niet alles gezien heb. Ik heb het geld, de gezondheid en de tijd. Dus waarom
niet. Het is té mooi om het niet nog een keer te doen. Ik kijk er echt naar
uit.”
Door Rob Kruitbosch
Te gebruiken foto:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten